MUZIEK IN HET LEGER



Ook het leger had zijn instrumenten. Hun doel: het doorgeven van signalen in volle gevecht aan de soldaten. Meestal waren dit metalen blaasinstrumenten die dankzij hun luide klank goed weerklonken boven het geschreeuw van de vechtende militairen. Het zweepte de soldaten op en schrok tegelijk de vijand af !

Tuba: De tuba werd gemaakt uit brons of ijzer. Het was een lange buis met een lengte tussen de 120-140 cm. met een conische boring over de gehele lengte. Het bestond meestal uit twee of drie delen en had ook nog een apart mondstuk dat gemaakt werd van been of hoorn. De oorsprong van de tuba is bijna zeker Etruskisch en vertoont vele gelijkenissen met de Griekse salpinx. Deze laatste is te vergelijken met de tuba, alleen loopt het einde van de buis uit op een tulpvormige beker. Ook de salpinx werd gebruikt in het leger, maar kamioenschappen werden ook ervoor georganiseerd: hierbij was het de bedoeling om zo luid mogelijk te kunnen klinken. Het geluid van de tuba was volgens Ennius verschrikkelijk : " at tuba terribili sonitu taratamtara dixit". De tuba klonk ook bij offerplechtigheden, optochten, triomftochten en begrafenisplechtigheden. Maar het hoofddoel was nog altijd het geven van signalen voor tactische bewegingen van het leger: met weet dat Caesar snel de tuba liet blazen om de aftocht te blazen (Caes. Gall. 2,20,1) en ook zijn tegenstander Vercingetorix gebruikte dit instrument (Caes. Gall. 7,81,3).

Cornu: Is van oorsprong ook Etruskisch en is het tweede belangrijkste instrument in de rangen van het leger. Het geluid was bedoeld enkel voor soldaten die onder een bepaald veldteken waren ondergebracht. Ook speelde het een belangrijke rol in het classicum, waarschijnlijk het oudste signaal: dit riep de Romeinen op om te verzamelen voor een belangrijke bijeenkomst. Later werd dit signaal beschouwd als het signaal van het imperium, van de keizerlijke macht: het kondigde de aanwezigheid aan van een belangrijk veldheer of van de keizer. Ook in de burgerwereld had de cornu een belangrijke plaats. Het werd veelvuldig gebruikt in de theaterspelen en gladiatorengevechten zoals te zien is op het mozaïek van Nennig (cf boven). Uiterlijk was de cornu een indrukwekkend vanwege de grootte. Enkele zijn teruggevonden in Pompeï. De buislengte kan tot 320 cm en een diameter van 140cm hebben. De buis is rondgebogen en heeft een draagstang die rust op de schouder van de speler. Het heeft ook een afhaalbaar mondstuk variërend in lengte van 13,5 tot 18,5 cm. De cornu op de foto hieronder is een copie van een origineel gekocht door de musicoloog dr. D.F. Scheurleer. Het is gemaakt van kopergalvano en heeft een diameter van 140 cm en een buislengte van 379 cm.



Foto: Gemeentemuseum Den Haag

Foto: Museum Valkhof Nijmegen

Foto: Rheinische Landesmuseum bonn





Zijn verste oorsprong ligt bij de gewone jachthoorn. Het bestond ofwel uit dierenhoorn of uit aardewerk. Zo'n oorspronkelijk hoorn werd teruggevonden in Memphis (Egypte en stamt uit de Grieks-Romeinse tijd.

Foto: Allard Pierson Museum Amsterdam



Bucina: Dit instrument trok enorm goed op de tuba en de salpinx. Het is zelfs zo dat in de literatuur er soms enorme verwarring hierover heerst. Dit instrument is immers ook een lange buis, met een boring. Het uiterlijk verschil met de tuba ligt bij het uiteinde: het verbreedt in de vorm van een beker (nota, ook hier kan met zeggen dat het ook niet veel verschilt met de Griekse salpinx!). Het geluid verschilde ook met de tuba: het zou veel doordringender, schriller en scherper zijn. De taak van de bucina was miniem: het moest de uren van de nacht doorseinen aan de wachtposten, de soldaten 's morgens wekken en de uren van de maaltijden aankondigen. Deze minieme taken weerspiegelden zich ook in de rang van de spelers van de instrument: zij werden niet zoals de tuba- of cornuspelers vrijgesteld van taken die gewone soldaten moesten verrichten zoals grachten graven, bomen omhakken etc.

Lituus: Dit instrument is een variant van de tuba. Het is ook een buisvormig instrument dat aan het einde is omgebogen. Het geluid was hetzelfde van de tuba: schril en scherp. Het is zeer onduidelijk of dit instrument werd gebruikt in het leger. Probleem is ook dat in de literatuur de begrippen lituusblazer en tubablazer gewoon door elkaar gebruikt werden. G. Wille wijst er ook bijvoorbeeld op dat Vergilius dit woord gebruikte als substituur voor tuba. Dat het niet veel werd afgebeeld op reliëfs verklaart men door het feit dat de lituus enkel op het niveau van cohorten werd gebruikt en deze worden zelden of nooit afgebeeld. Wat het doel ook moge geweest zijn, in de Rijn bij Düsseldorf is er een mooi exemplaar teruggevonden. Het is gestemd in A en is 78 cm lang. Op de buis zijn metalen banden aangebracht. Op twee daarvan zien we kleine ringetjes waardoor een draagband kon bevestigd worden aan het instrument.



Foto: Rheinische Landesmuseum Bonn


Foto: National museum Poznan (gevonden te Malborka - 2/1 BC)


De oorsprong van de lituus is hoogstwaarschijnlijk Keltisch, hoewel men niet duidelijk kan zeggen wie wie heeft beïnvloed. C. Sachs beweert invloed van Kelten op de Romeinen, maar is daar ongeveer de enigste in die dit volhoudt. We hebben het over de carnyx. Het typische aan dit instrument is de uiteinde van de buis. Omdat men zo speelde dat de buis uitstak naar boven versierde men de bovenkant met een kop. Deze deed meestal dienst als afschrikwekkend middel. Caesar schrok zich een hoedje toen hij Gallië binnenviel en Claudius toen die Engeland aan het veroveren was. In totaal zijn er - tot nu toe - zeker twee identificeerbare carnyxen gevonden. In 1768 bij Tattershall in Lincolshire, maar die werd spijtig genoeg vernield door de enthousiaste wetenschapper Joseph Banks begin 19de eeuw. De tweede is gevonden in Schotland en is gelukkig voor ons in zeer goede staat. Het is een afbeelding van een wilde beer waarvan de tong en de kaken nog kunnen bewegen en is gemaakt van brons en messing. Het materiaal is afkomstig uit Romeinse gebieden zodat men een datering kan opstellen betreffende het vervaardigen van de kop : 50 BC - 200 AD. Het werd gevonden in 1816 en werd gereconstrueerd door musicoloog John Purser en archeoloog Fraser Hunter.

Alle 3 foto's < Carnyx-site (cf. Links)

     



Photo: detail van een celtische beker, 2/1ste BC, gevonden in Gundestrup, wordt bewaard in het nationaal museum van Copenhagen