In Rusland ontstond in het begin van de 17de eeuw na de dood van Ivan Grozny ("de verschrikkelijke") een woelige strijd om de macht. Deze periode noemt men de "Tijd der Troebelen". Ze ging gepaard met een zedelijk verval bij de clerus en een verloedering van de liturgie. Het aantreden van de Romanov-dynastie in 1613 betekende een herstel op politiek, sociaal en religieus vlak. Een kring van geestelijken aan het hof, genaamd de Bogoljubcy (o.a. Nikon, Avvakum), voerden een aantal hervormingen door. Zo werden maatregelen genomen tegen drankmisbruik en seksueel wangedrag binnen de kerk. Foutieve liturgische boeken en afwijkende kerkelijke rituelen ging men terug aanpassen aan de Griekse voorbeelden. Maar hier raakten de hervormers een teer punt. Het Russische orthodoxe geloof was immers afkomstig van het Griekse. Er bestond dus eigenlijk geen echte Russische theologie. Het enige wat ze hadden was de geloofsinhoud en de liturgie. Vele Russen beschouwden die zogenaamde afwijkingen dan ook als typisch Russisch, iets wat eigen was aan de Russische liturgie. Het ging om details zoals het maken van een kniebuiging of een kruisteken. De Russen sloegen hun kruisteken met 2 vingers (dvoeperstie), terwijl de Grieken het met 3 vingers deden (troeperstie).
Vooral Nikon was een groot voorstander van de hervormingen. Hij maakte een blits-carrière en werd patriarch in 1652. De eerste ingreep van Nikon in het kerkelijk ritueel (1653) veroorzaakte een fel conflict onder de Bogoljubcy, tussen hervormingsgezinden (Nikon) en behoudsgezinden (Avvakum). Nikon ging echter gewoon verder met z'n hervormingen en legde in 1655-56 een boekencorrectuur op aan alle kerken en kloosters. In 1658 viel de machtsgeile patriarch Nikon in ongenade, maar zijn hervormingen worden doorgezet.
Intussen hadden de conservatieven zich volledig van de Nikonianen afgescheiden. Ze noemden zich de Starovercy (Oudgelovigen) en hoopten op een terugtrekking van de hervormingen. Op het concilie van 1666-1667 werden de Oudgelovigen echter in de ban geslagen (Raskolniki, Schismatici). De Oudgelovigen werden nu openlijk vervolgd, verbannen, gemarteld en verbrand. Velen vluchtten naar de Oeral of Siberië (waar ze later een belangrijke rol zullen spelen in de kolonisatie) of pleegden massaal zelfmoord.
II. Avvakum, leider van de Starovercy
Avvakum werd geboren in 1621 in Nizjnij Novgorod. Op jeugdige leeftijd wordt Avvakum dorpspriester en predikant. Hij belandt in Moskou, waar hij opgenomen wordt in de kring van de Bogoljubcy ("vrienden Gods"). Hij klimt op tot protopope (aartspriester). In 1653 komt het tot een breuk tussen Avvakum en Nikon. Avvakum wordt, samen met andere conservatieve broeders, verbannen naar Siberië (1654): Tobolsk, Jenisejsk, Dauria. Na de val van Nikon keert hij in 1664 terug naar Moskou, maar wordt op het concilie van 1666-67 in de ban geslagen. Met 3 andere leiders wordt hij in Pustozersk, in een ondergrondse kerker, gevangen gezet en 15 jaar later, op 1 april 1682, op de brandstapel verbrand. De eerste 8 jaar van zijn gevangenschap schrijft hij zijn autobiografie in de ik-vorm, dat eerst in handschrift onder de Oudgelovigen circuleerde en in 1861 voor het eerste gedrukt werd.
III. De Zjitie van Avvakum
1. Tekstoverlevering en edities
Russische specialisten onderscheiden wel 6 verschillende redacties in het Leven van Avvakum.
Twee ervan zijn in het handschrift van Avvakum zelf bewaard; het zijn dus autografen
(de zogenaamde Pustozerskie Sborniki). Deze sborniki ("verzamelhandschriften")
bevatten nog andere teksten, o.a. het Leven van Epifanij, biechtvader en gezel van Avvakum.
De beste editie is die van A.N. ROBINSON, Zizneopisania Avvakuma i Epifanija, Moskva, 1963.
Vertalingen: - K.N. BROSTROM, Archpriest Avvakum, The Life written by himself. Univ. Of Michigan, Ann Arbor, 1979 (gebaseerd op de editie van Robinson).
- P. PASCAL, La vie de l'archiprêtre Avvakum écrite par lui-même. Paris, 1938 (gebaseerd op een andere autograaf met kleine varianten).
2. Bedoeling van de Zjitie
De bedoeling van de Zjitie is dubbel:
* getuigenis en polemische tekst; doel: de volgelingen aanmoedigen tot (passief) verzet tegen de Nikonianen en tot het aannemen van het martelaarschap.
* hagiografische tekst; doel: eigen leven als voorbeeld stellen voor de volgelingen, door de werkzaamheid van God in zijn leven aan te tonen (mirakelen).
3. De Zjitie als literair meesterwerk
Avvakum heeft zijn werk zelf "zjitie" genoemd. Het woord "zjitie" heeft 2 betekenissen, een wereldse en een religieuze: levensbeschrijving en heiligenleven.
Een psychologisch portret van Avvakum: karakter en persoonlijkheid
Een psychologisch portret schetsen van Avvakum is zonder twijfel een moeilijke opdracht omdat
de informatie waarover je beschikt afkomstig is van de man zelf. Dat is dus subjectieve
informatie, en geen objectieve. Je moet dus proberen zaken af te leiden uit de tekst, tussen de
regels doorlezen en af en toe hypotheses maken. Ik heb geprobeerd van zowel positieve als
negatieve karaktertrekken van Avvakum naar voor te brengen.
Het leven van de aartspriester Avvakum moet, althans zoals hij het beschrijft, een buitengewoon
leven geweest zijn. Uiteraard overdrijft hij veel in z'n autobiografie: hij moet laten
uitschijnen een heilige te zijn, dat hij een leven leidt waar je de aanwezigheid van God
voortdurend voelt. Avvakum tracht z'n lezers te overtuigen, hen warm te maken voor het standpunt
van de Oudgelovigen. Daarom de vele mirakels, wonderbaarlijke gebeurtenissen en de vreselijke
ontberingen. Maar toch, zelfs indien maar de helft van z'n verhaal waar is, dan nog moet Avvakum
een uiterst sterke persoonlijkheid geweest zijn, zowel psychisch als fysisch. Om een dergelijk
lijden te overleven, moet de man intelligent, sluw, sterk en ambitieus geweest.
De manier waarop hij voortdurend de kracht van z'n geest benadrukt, loopt als een rode draad
doorheen het verhaal. Een sterke wilskracht staat ook centraal in het Christelijke geloof en
Avvakum probeert z'n lezer ervan te overtuigen dat hij juist in dit domein uitblinkt. Ondanks
alle ontberingen, die hij zonder zich te verzetten ondergaat, blijft hij z'n vijanden aanklagen
en uitdagen. Alle feiten en gebeurtenissen in z'n leven schildert hij impliciet of expliciet
af als een test voor de geest. Bijvoorbeeld, de verleiding die hij voelt in aanwezigheid van
de jonge vrouw tijdens de biecht, daar weerstaat hij aan (hij steekt z'n hand in de kaars),
meer nog, dit spoort hem aan om priester te worden. Het is God die hem voortdurend test om
aan de verleidingen in het leven te weerstaan. In deze context verantwoordt hij ook z'n band
met de Starovercy. Alle lijden die hij te verduren krijgt, zijn veroorzaakt door z'n affectie
met de Oudgelovigen. In vele episodes laat hij zelfs blijken dat hij gespaard zou zijn van
fysieke ontberingen indien hij afstand had gedaan van z'n standpunt. Maar de mirakels en plotse
tekenen van God, plus het feit dat hij ondanks alles in leven blijft, zijn voor hem het beste
bewijs dat hij op het juiste pad zit.
Avvakum schrijft heel dubbelzinnig, en zo zit z'n persoonlijkheid blijkbaar ook in elkaar.
Hij is een vat vol tegenstrijdigheden. De ene keer zegt hij zwart, de andere keer wit.
Hij blaast warm en koud tegelijkertijd, het is niet echt iemand die relativerend denkt.
Anderzijds komt hij soms met zijn zelfspot heel beredeneerd over. Het is een "moderne" held,
een strijdlustige polemist en verschoppeling, profeet en nar, hij verenigt geweld en
tederheid, arrogantie en nederigheid, haat en liefde, zondigheid en heiligheid, fanatiek
nationalisme en universele waarden. Bijvoorbeeld: soms is de manier waarop Avvakum zichzelf
portretteert zeker niet bescheiden te noemen, want zijn geloof is het goede en de rest is
slecht. Ook vergelijkt hij zichzelf vaak met Christus en citeert uit de bijbel:
"Like the harlot Rahab of Jericho who hid the agents of Joshua, son of Nun, so I hid
him away." Aan de andere kant: hoe vaak noemt hij zichzelf niet expliciet een zondaar,
een stuk vuil in de tekst en doet hij zich voor als slecht een pietluttig onderdeeltje
aan de almachtige schepping van God. Hij is zeker niet volmaakt, en daarom moet hij ook
lijden, zegt hij, omdat hij een zondaar is: vb. "Als gevolg van mijn zonden was Pasjkov
een wreed man" Andere voorbeelden van innerlijke tegenstrijdigheden: agressief-passief,
volks-verheven (volks: "that anathema - to put it crudely - I wipe my ass with it!),
aards/volks-verheven/mystiek/spiritueel, simplistisch-intellectueel,... Maar hij is
overtuigd van z'n gelijk en spant zich onvoorwaardelijk voor zijn 'zaak' in. Al z'n
handelingen staan wel in het teken van maar 1 ding: z'n geloof.
Maar toch valt vooral het feit opdat Avvakum zichzelf toch bijzonder vindt. Hij wil de
lezer duidelijk maken dat hij niet alleen uitmunt in een "christelijk" leven,
maar hij gaat verder en kent zichzelf een zekere goddelijkheid toe. God komt te pas
en te onpas tussen in z'n leven of laat anderen tussenbeide komen om hem te redden:
vb. 2 pistolen die haperen, een engel die hem komt voeden in de cel, Pasjkovs zoon
die net op tijd terugkeert om hem te redden van de martelingen,... Avvakum solliciteert
naar een zekere "heiligheid", hij kent zichzelf alle eigenschappen toe van een martelaar
die noodzakelijk zijn om na z'n dood verder te leven als een heilige. Daarom beschouwt
hij zich misschien als een levende heilige en cultiveert hij dit gegeven in z'n
verhalen, vb. wanneer Avvakum in een droom Pasjkovs zoon redt uit de wildernis.
Avvakum doet voortdurend aan 'image-building'. Hij is sluw, en helemaal niet naïef.
Hij probeert een imago op te bouwen, dat van de heilige met menselijke, zondige trekjes,
en hij doet dat soms zo opvallend dat de lezer hem wat verdacht begint te vinden en
voorzichtig begint te lezen. Dit maakt dat de kritische lezer zeer wantrouwig zal
komen te staan tegenover al die mirakels. Vb. op een bepaald moment voelt Avvakum
zich schuldig omdat hij een dief gered heeft van de dood. Daarom spreekt hij Epifanij
aan en vraagt z'n toeverlaat of hij wel goed gedaan heeft. Maar in de originele tekst
zien we dat de goedkeuring van Epifanij tussen de tekst gekrabbeld is, wat erop kan
wijzen dat het pas achteraf bij geschreven is, en dat Avvakum al op voorhand de goedkeuring
van Epifanij verwachtte. Dit besmeurt toch enigszins z'n reine en zuivere geest, want
het doet vermoeden dat alles volgens één uitgedokterde theorie geschreven is om z'n
imago van heilige bij het lezerspubliek te cultiveren. Wat eerlijk en spontaan lijkt
bij Avvakum, kan wel eens heel berekend zijn.
Maar we moeten er niet aan twijfelen dat Avvakum ook zelf geloofde in de mirakels die
hij beschrijft. Ook vele anderen geloofden er blijkbaar in, zoals bijvoorbeeld de gevangenen
in Pustozersk. Zo niet zou Avvakum de basis van z'n geloof aantasten waarvoor hij jaren
in verbanning en in de gevangenis leefde, waarvoor hij zoveel leed, waardoor hij alles
wat hem dierbaar was verloor en waarvoor hij uiteindelijk stierf. Dit geloof in mirakels
en wonderen is typisch voor het middeleeuwse denken van Avvakum, nl. dat God het leven
dirigeert en tussenkomt in de vorm van mirakels. Avvakum is representatief voor de echte
middeleeuwse geest. De middeleeuwse mens is fatalistisch ingesteld, gelooft sterk in het
lot en berust vaak in z'n lijden. Het leven is een boek dat God geschreven heeft. Voor
Avvakum is de basis en z'n houvast in het leven: God is alomtegenwoordig en grijpt
rechtstreeks in mijn leven. Die ingrepen in zijn leven nemen de vorm aan mirakels, de
visioenen, de genezingen, tekenen uit de hemel... Hierdoor is Avvakum overtuigd van z'n
geloof, zoals het voorgeschreven is volgens de tradities van de Russische orthodoxie.
Daarom ook is hij ervan overtuigd dat hij het bij het rechte eind heeft en dat hij
onophoudelijk z'n tegenstanders moet aanvallen. Avvakum twijfelt wel soms, maar dat is
enkel twijfel aan zichzelf (of hij wel sterk genoeg is om de ontberingen te weerstaan)
en niet aan z'n geloof en God. Door die middeleeuwse manier van denken moeten wij er ons
van bewust zijn dat er een grote psychologische kloof bestaat tussen Avvakum en ons, de
lezers. Om Avvakum echt te kunnen begrijpen moet die kloof overbrugt worden.
Maar toch moet Avvakum een speciaal figuur geweest zijn. Het lijkt er op dat hij iets
gemeen had met de heilige zotten ("de gek in Christus"), waarover hij het op het einde
van het boek over heeft. Dergelijke figuren stonden hoog in aanzien bij het gewone volk,
een ander vb. is Raspoetin. Hoewel Avvakum duidelijk niet gek of gestoord was, maakte hij
wel een speciale indruk op de mensen. Hij volgde waarschijnlijk een eigen logica die voor
vele mensen onbegrijpelijk was. Hij zei de dingen ook zonder een blad voor de mond te nemen
en irriteerde op die manier vele mensen met hoge posities. Avvakum maakte zichzelf misschien
wijs dat hij heilig was of wilde zo overkomen bij de mensen. In ieder geval, heiligheid staat
dicht bij gekheid en wordt er vaak mee verward. Nadat hij het gevecht met Nikon verloren had,
was het misschien wel een slimme zet van Avvakum om "de gek in Christus" te spelen.
Avvakum is ondanks alles een patriot, hij houdt van z'n land en van de Russische ziel.
Dat voelen we in de nauwkeurige beschrijvingen die Avvakum geeft over landschappen,
geografische plaatsen en volkeren. Hoewel het duidelijk is dat de Russische tsaar achter
de hervormingen van Nikon staat, zal hij de tsaar nooit openlijk veroordelen of minachten,
zoals hij wel doet met z'n vijanden, de Nikonianen. Steeds behandelt hij de tsaar en de
instellingen van z'n land met het nodige respect (vb. p80 "The Lord lives and my soul lives,
my Sovereign and Tsar,... And he sighed, the dear man,..." p84: "The Tsar is invested by
God, and here he's been good as gold to me"). Kritiek op de tsaar bevindt zich een beetje
onderhuids, wanneer men tussen de regels door leest.. Avvakum verheerlijkt wel het Rusland
van vroeger, hij beschrijft de Russische machthebbers van voor Nikon als puur en zuiver van
geest: "in our Russia before Nikon the apostate, the Orthodox faith of devout princes and
tsars was always pure and spotless, and the Church was not mutinous", waardoor hij impliciet
de tsaar bekritiseerd.
Het is moeilijk om negatieve elementen te vinden in de persoonlijkheid van Avvakum,
want het is tenslotte een autobiografie. Er zijn wel negatieve karaktertrekken te vinden,
maar die zijn allemaal neergeschreven met een bepaalde bedoeling. Het geringschatten van
z'n eigen persoonlijkheid (zichzelf bestempelen als een zondaar)staat steeds in het teken
van z'n martelaarschap en in de context van het Christelijk geloof. En dan nog, voor de
gewone lezer lijkt Avvakum een bijzonder vroom man. Wat hij een zonde noemt in zijn streven
naar de perfectie (vb. in verleiding komen door de aanwezigheid van een vrouw), is voor ons
een gewone zaak. Toch laat hij ons enige veronderstellingen na, enkele hints omtrent de
negatieve aspecten van z'n karakter. Voor z'n uitwijzing naar Siberië wordt Avvakum overal
waar hij komt buiten gesmeten, afgeklopt en vernederd, beschimpt, bedreigd en gekweld. En
dit is niet één keer, maar veelvuldig, praktisch overal waar de man zich vertoont. Dit is
niet meteen iets wat een populair figuur overkomt. De conclusie is dat Avvakum duidelijk
niet geliefd is. Althans niet in de steden, waar hij zich het meest vertoont. Een belangrijke
vaststelling hier kan zijn dat in de steden de hervormingen duidelijk veel minder van belang
waren dan voor het platteland, waar de Russische tradities voor het gewone volk (boeren,
lijfeigenen) van groot belang zijn. Of het kruisteken nu met 2 of 3 vingers gemaakt moest
worden, dat maakte voor de stedeling niet zo heel veel uit.
Waarom wordt Avvakum dan overal buiten gesmeten en geslagen? Dit is op het eerste zicht
niet echt duidelijk. We kunnen evenwel een hypothese stellen. Als je de tekst leest, voel
je dat Avvakum een man van uitersten is. Hij is een leidersfiguur, heeft een grote mond
(vb. tegenover Pasjkov zegt hij altijd openlijk zijn mening, hoewel hij toch weet dat zijn
leven in de handen van die man ligt), is dictatoriaal/tiranniek en niet diplomatisch
ingesteld. Dit omdat hij streed voor zijn goede zaak, zijn waarheid en rechtvaardigheid,
nl. die van de Oudgelovigen. Maar ook Oudgelovigen die het niet eens zijn met zijn autoritaire
interpretaties van de Russische orthodoxie, krijgen er van langs. Avvakum is onvoorzichtig,
want hij neemt geen blad voor zijn mond en riskeert meerdere malen zijn leven. Maar hij
vertrouwt onvoorwaardelijk op God. Vaak komt Avvakum fanatiek, individualistisch en
egocentrisch over. Hij zal geen water bij z'n wijn doen en eventueel een compromis sluiten
met z'n tegenstanders. Hij is een bijzonder vroom en religieus man, maar tot op het
fanatieke. Hij is een ritualist, alles moet volgens de regels en tradities, en waar hij ook
kan zal hij de hervormingsgezinden beschuldigen van heiligschennis (vb. Nikon en de vozduch).
Avvakum heeft een onvermurwbare minachting voor z'n vijanden en zal ze beschimpen
(vooral Nikon) en beschuldigen waar de gelegenheid zich voordoet. Die verachting rechtvaardigt
hij door de spirituele testen die hij moet ondergaan door de hervormingen van Nikon.
Maar deze houding is wel in strijd met het Christelijke geloof, waarmee hij zich zo
identificeert. Daarom de volgende veronderstelling: waarschijnlijk waren gevoelens als haat
en minachting normaal en aanvaard voor een christen in die tijd. Anders zie ik toch geen
reden om dergelijke elementen in zijn biografie te zetten en op die manier zijn vroom en
godvruchtig imago te besmeuren. In de bijbel staat te lezen dat Jezus zelf tegen religieus
formalisme was. De inhoud, de theologische basis was vooral belangrijk, en niet zozeer of
alles volgens de regeltjes verliep en alle rituelen wel juist werden uitgevoerd. En daar
kibbelt Avvakum nu juist over met de Nikonianen. Dat kenmerkt toch wel de primitiviteit van
die ruzies, en het feit dat ze dit niet kunnen overstijgen (het heeft iets heidens).
Soms lijkt het wel of Avvakum zich helemaal onderwerpt aan de tradities van het geloof,
die hij onvoorwaardelijk aanvaardt, en zo tot de meest anti-intellectuele conclusies komt:
"Just you suffer for the conformation of the fingers and don't reason over it much. And I'm
ready to die with you for this in Christ." Hij heeft een wat eng, bekrompen en simplistisch
denkbeeld, hij weet wat hij wil weten en leeft daar dan ook naar, hij stelt zich niet open
voor nieuwe ideeën. Avvakum's leven wordt gekenmerkt door een strijd, een strijd tussen hen
die leven volgens de regels van het geloof en zij die zich daaraan onttrekken ('de ketters'),
tussen WIJ (kinderen van God) en ZIJ (kinderen van Satan). Het goede is gekend, het pad van
de redding is het zijne. Een houding die, zo kunnen we stellen, enigszins verwaand en arrogant
overkomt: hij beschouwt zijn geloof als onfeilbaar.
Op sommige momenten is Avvakum agressief, vooral t.o.v. de Nikonianen kent hij geen genade,
en hij rechtvaardigt zijn optreden dan in de naam van Christus. In zijn naam speelt hij
rechter in deze wereld. Vbn. In het begin jaagt Avvakum een groep entertainers en ministrelen
met dansende beren uit het dorp: "There came to my village dancing bears with tambourines
and domras, and I, sinner that I am, being zealous in Christ I drove them out"; later slaat
hij Ivan Struna en een gek voor ongepast gedrag in de kerk; hij slaat z'n vrouw en de meid
omdat ze aan het kibbelen waren (als straf voor z'n zonde wil hij dan dat ze hem afranselen).
We kunnen besluiten dat Avvakum niet onmiddellijk de zachtaardigste man was, zijn leven wordt
eerder gekenmerkt door geweld, wat hij zelf soms eens gebruikt, maar waar hij vooral zelf
onderhevig aan is. Maar bovenal is de haat en agressie van Avvakum gericht tegen de Nikonianen,
vooral op verbaal gebied gaat hij hier wild te keer. Wat echter wel opvalt, is dat hij steeds
zegt dat het hun schuld niet is, de fout ligt niet bij hen, maar bij de duivel. Het is
allemaal het werk van Satan, die de Nikonianen in zijn macht heeft. Dit maakt allemaal deel
uit van zijn dualistisch wereldbeeld, nl. goed-kwaad, duivel-god. God is de schepper van alles,
het zichtbare en het onzichtbare. Deze wereld beschouwt Avvakum als het rijk van het vlees en
de duivel.
Avvakum hanteert het skaz-procédé, d.w.z. hij onderbreekt zijn verhaal te pas en te onpas
om zijn lezer aan te spreken, om zich te verontschuldigen en zichzelf te bestempelen als
een zondig man, om als het ware de lezer boven hemzelf te verheffen. Avvakum houdt de band
met zijn lezer gedurende het ganse verhaal zeer nauw, en komt daardoor vriendelijk en enigszins
intelligent over, hij schept hierdoor een sfeer van gemoedelijkheid, van verbondenheid en
tracht op die manier een vertrouwelijke band te scheppen met zijn lezer.